De do’s en don’ts van het dopen

DE DO’S EN DON’TS VAN HET DOPEN

“Wat zijn de voor- en nadelen van het dopen?” Die vraag stelden we jullie op onze jaarlijkse Kick-Off voor de Antwerpse praesidia. Zijn masochistische neigingen een vereiste om een doop te willen ondergaan? Of kan het ook anders dan wat populaire media ervan maken? We verenigden jullie antwoorden met het Antwerpse Doopcharter tot de do’s en don’ts van de studentendoop.

DON’T: Je laten dopen bij een club die het doopcharter niet respecteert

Om te voorkomen dat er dingen foutlopen tijdens de studentendopen, stelde de stad Antwerpen een doopcharter op. Dit charter – ondertekend door de praeses, vicepraeses en schachtenmeester – bestaat uit enkele regels die de studentenverenigingen bij de dopen moeten volgen: onder andere het gebruik van slachtafval of levende dieren is ten strengste verboden. Daarnaast worden de clubs verplicht om rekening te houden met allergieën, fysieke of mentale klachten.

Doe zeker zelf nog eens onderzoek naar de doop van je beoogde club: niet alle clubs die het doopcharter ondertekenden, houden zich ook effectief aan de regels die erin staan. Wanneer de leden van een club zich minachtend uitdrukken tegenover de restricties die de stad hen oplegt, is enige twijfel wel op z’n plaats.

DO: Naar een schachtenconvent of kennismakingsmoment van de club gaan

Veel Antwerpse clubs organiseren kort voor hun doop een schachtenconvent waar geïnteresseerde studenten nog enkele vragen kunnen stellen. Zeker aan de mensen die nog niet zeker zijn of ze zich wel comfortabel voelen bij zo’n doop, valt het ten zeerste aan te raden om eens binnen te springen op zo’n kennismakingsmoment. Praesidiumleden die deze activiteiten organiseren beantwoorden maar al te graag de vragen van nieuwelingen, zodat die zich meteen een beeld kunnen vormen van de mentaliteit van de club.

DON’T: Kussen met een praesidiumlid als schacht

Aangezien de doopmeesters – en dan vooral de praesidiumleden – een zekere macht hebben over hun schachten, hebben veel clubs regels opgesteld om het te bestraffen wanneer een doopmeester met een schacht kust. Die straf varieert van club tot club, maar het concept van het ‘schaamadje’ is bij vele ongeveer hetzelfde: wie zich toch aan een kus waagt, mag zich op zijn of haar ontgroening aan een adje verwachten, zoals de naam insinueert afgewerkt met een harig extraatje…

DO: contact houden met medeschachten

Het grootste voordeel aan een doop zijn voor veel studenten de vrienden die ze eraan overhouden; dat aspect halen ook Antwerpse studenten meermaals aan. Maar een doop omschrijven als “collectief trauma dat een groep versterkt” is wellicht een overdrijving: lang niet alle dopen zijn zo aanstootgevend als ze je willen doen geloven. Wie weet sluit je wel vriendschappen voor het leven!
Nog interessante nieuwsberichten